-
1 aanstoten
-
2 cogner
cogner [konjee]♦voorbeelden:cogner à, contre la porte • op de deur kloppen1. v1) kloppen [hart]2) schokken [motor]3) in elkaar slaan, afrossen2. v1) zich stoten -
3 anstoßen
anstoßen♦voorbeelden:mit dem Kopf an einen Stein anstoßen • met zijn hoofd tegen een steen stoten3 bei jemandem anstoßen • iemand ergeren, prikkelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 подталкивать
-
5 ударяться
vgener. aanbonzen (tegen-îá), aanslaan, aanstoten, stoten, stuiten -
6 bumped against him
stootte tegen hem aan,aanstoten -
7 подталкивать
-
8 ударяться
vgener. aanbonzen (tegen-îá), aanslaan, aanstoten, stoten, stuiten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский